Lactose-intolerantie
Bij een lactose-intolerantie kan melksuiker (lactose) niet of niet volledige verteerd worden. Voor de vertering van lactose is het enzym lactase nodig. Lactase wordt aangemaakt in de dunne darmwand. Als er geen of niet voldoende lactase wordt aangemaakt, kan lactose niet goed verteerd worden. Lactose komt daardoor onverteerd in de dikke darm terecht. De darmflora (bacteriën) in de dikke darm gaan lactose vergisten. Dit kan gepaard gaan met buikpijn, kramp, misselijkheid, een opgezette buik, winderigheid en diarree. Er is dan sprake van een lactose-intolerantie.
Een lactose-intolerantie is niet hetzelfde als een koemelkallergie. Lactose-intolerantie is meestal erfelijk, maar kan ook optreden na een darminfectie, darmontsteking of een darmoperatie waar de darmwand beschadigd is. Na herstel van ziekte of operatie kan de lactaseproductie en de opname van melksuiker weer verbeteren naar het normale niveau.
Behandeling en aandachtspunten bij lactose-intolerantie
Een lactose-intolerantie wordt behandeld met een lactosevrij of lactosebeperkt dieet.
Grote lactoseleveranciers:
- volle, halfvolle en magere koemelk;
- geiten-, schapen-, paarden- en ezelinnenmelk;
- zachte geiten- en schapenkaas, zoals feta;
- karnemelk, yoghurt, kwark, kefir;
- yoghurtdranken en fruitzuiveldranken;
- roomkaas, smeltkaas, smeerkaas, buitenlandse kaas, verse kaas zoals hüttenkäse en cottage cheese;
- vla, pap, pudding, mousse;
- slagroom, zure room en crème fraîche, dranken waarvoor wei als grondstof is gebruikt;
- koffiemelk, koffieroom;
- boter, margarine en halvarine (behalve bij lactosevrije variant.)
Verborgen lactoseleveranciers: producten waaraan industrieel lactose is toegevoegd zoals worst, soep en saus uit blik, kant-en-klaarmaaltijden, saladedressings, snoep en brood, broodvervanging en ontbijtgranen, mixen voor pannenkoeken, biscuitjes en koekjes, kruidenmengsel (bijvoorbeeld Aromat), medicatie.
Volledige eliminatie van alle melk en melkproducten (zie boven) en gebruik van lactosevrije producten. Dit houdt in:
- vermijden van industrieel toegevoegd lactose.
Fabrikanten voegen melk, melkpoeder en melkbestanddelen als additief toe om de consistentie te verbeteren, om het volume te vergroten of als kleur- en geurstof aan bijvoorbeeld graanproducten, brood, koekjes en gebak, candybars, snoep, ijs, koek- en pannenkoekenmix, margarine, vleeswaren, worst, sladressing, soep en saus uit blik. Aanduidingen op de verpakking waaruit blijkt dat lactose is toegevoegd:
- magere melkbestanddelen, droge melkbestanddelen;
- melkpoeder, magere melkpoeder, volle melkpoeder;
- wei, weipoeder, melkzout;
- lactose, melksuiker.
Lactose kan later weer opnieuw worden geintroduceerd worden om te kijken of er sprake is van een tijdelijke lactose-intolerantie.
Bij een voeding zonder melk of melkproducten is er een risico op tekort aan onder andere eiwit, calcium en vitamine B2. Vitamine B2 zit vooral in melk en melkproducten, maar ook in vlees, vleeswaren, groente, fruit, brood en graanproducten.Het is belangrijk dat er volwaardige melkvervangers worden gebruikt in de voeding.
Het advies is gericht op een volwaardige voeding zonder lactose, waarbij tekorten worden voorkomen.
Naar boven